Chronisch Gezond

Wat is gezond in Jip & Janneketaal?

Kankerbehandeling: van een synthetische naar een natuurlijke therapie.

door | interVentie, interVentie Les 7

De afgelopen zeven decennia wist men niet anders of kanker is genetisch bepaald. Dus als je ouders kanker hebben of hebben gehad, dan is de kans heel groot dat jij ook kanker krijgt, was de aanname. Inmiddels is een groot aantal moderne artsen daarvan af gestapt, slechts 5% van alle kankergevallen is nu genetisch bepaald. En de overige 95% kan worden voorkomen of genezen. Het lijkt erop dat de schellen voor de ogen zijn gevallen, waardoor er ruimte kwam voor allerlei nieuwe, natuurlijke therapieën. Een daarvan is de zogenaamde metabolische therapie.

In 2006 lanceerde Amerika The Cancer Genome Atlas (TCGA) als onderdeel van het zestien landen tellende International Cancer Genome Consortium. Dit met driehonderdvijfenzeventig miljoen dollar gefinancierde plan bracht alle genen in duizenden kankercellen in kaart om te bepalen welke mutaties verband hielden met welke kankers. Het uiteindelijke doel was om gerichte therapieën te ontwikkelen om specifieke mutaties aan te pakken. Hoewel dit initiatief uiteindelijk op de klippen liep, is het wel de aanleiding geweest om verder te kijken.

Volgens de conventionele theorie is kanker het gevolg van DNA-schade: na een reeks mutaties ontwikkelen de cellen ‘oncogenen’, genetisch materiaal dat kanker kan veroorzaken die vervolgens leiden tot kanker. Deze theorie was tot voor kort onbetwist in reguliere kringen. In de video bij deze blog vertelt Thomas Seyfried hoe het anders kan: de metabolische therapie geneest de ziekte in plaats van dat die kunstmatig in stand wordt gehouden met peperdure medicijnen met allerlei bijwerkingen.

HET WARBURG-EFFECT

Begin jaren dertig – dus bijna een eeuw geleden – hield Otto Warburg zich daar ook al mee bezig. Hij ontdekte één eigenschap die alle door hem onderzochte kankercellen gemeen hadden: kankercellen gingen dood als ze te weinig zuurstof kregen. In het in 2006 in Amerika verschenen boek, The Hidden Story of Cancer, beschreef hij zijn theorie. Het leverde hem de Nobelprijs op.

In de eerste alinea werd meteen duidelijk wat de visie van Warburg op de aanpak van kanker was ‘Toen ik de ellende van kanker met een collega besprak, realiseerde ik me hoe je kanker kunt uitleggen: kanker is het lichaam dat, op celniveau, probeert te overleven door terug te vallen op primaire overlevingsmechanismen. Het is verrassend simpel: De celmembraan is de sleutel!’

Hoewel Wartburg deze wijsheid al in 1910 had gepubliceerd, is er daarna verbazingwekkend weinig mee gedaan. Deze theorie werd in de jaren daarna overspoeld door het narratief dat kanker genetisch is bepaald, pas in de zestiger jaren kwam hij weer tijdelijk boven: ‘Als het zuurstofgehalte in de cel met 35% daalt sterft de cel af of verandert hij in een kankercel.’

Pas eind jaren tachtig bleek het mogelijk experimenten te doen die in de tijd van Warburg niet mogelijk waren, waardoor  de ver weg gestopte waarheid over de aanpak van kanker boven tafel kwam. Zo werd met behulp van elektronenmicroscopie de interne structuren van cellen bekeken. Toen ontdekten wetenschappers dat er in kankercellen minder mitochondriën – energiefabriekjes in de cel – zaten en dat de mitochondriën een abnormale interne architectuur hadden. Deze observaties ondersteunden de theorie van Warburg structureel; omdat de mitochondriën van een slechtere kwaliteit waren dan gezonde cellen, weerspiegelden de verstoorde en slecht functionerende mitochondriën de beschadigde cellulaire ademhaling op een biochemisch niveau. Dat had Warburg al jaren eerder ontdekt. Daar ligt volgens hem dus de sleutel tot genezing.

MITOCHONDRIALE SCHADE EN KANKER

Thomas Seyfried kwam in een artikel uit 2010 in het tijdschrift Nutrition and Metabolism tot de volgende conclusie: ‘Een verstoord cellulair energiemetabolisme is het bepalende kenmerk van bijna alle kankers, ongeacht cellulaire- of weefseloorsprong. Genomische instabiliteit en in wezen alle kenmerken van kanker, inclusief aërobe glycolyse (Warburg-effect), kunnen in verband worden gebracht met een verminderde mitochondriale functie en energiemetabolisme.’

Later kwam hij erachter dat de oorzaak daarvan niet genetisch bepaald is, maar alles te maken heeft met leefstijl en eetpatroon en dus daarmee ook te herstellen is; je kan immers je eetpatroon en leefstijl veranderen. Al in 1986 publiceerde The New England Journal of Medicine een artikel waarin een ander stukje van de kankerpuzzel werd beschreven. Onder de titel ‘Tumoren: wonden die niet genezen’, betoogde de auteur dat kanker zich net als een genezende wond gedraagt en veel van dezelfde cellulaire mechanismen activeert, zoals ontsteking, groeifactoren, enzymen en angiogene (vorming van nieuwe bloedvaten). In tegenstelling tot een normale wond, wordt de ‘genezing’ van kanker echter nooit voltooid en gaat het proces gewoon autonoom verder. Dat wil zeggen: tenzij je dit proces stopt.

Als we al deze informatie samen vatten, zien we een proces van schade aan de mitochondriën die het gevolg is van een van de bekende risicofactoren voor kanker, zoals oxidatieve stress, verlaagde zuurstofconcentratie in het lichaam (hypoxie), straling en bepaalde kleine levende organismen, zoals virussen, bacteriën, schimmels of parasieten, die een infectie, allergie of vergiftiging kunnen veroorzaken. De mitochondriën geven vervolgens signalen af aan de kern van de cel om genen te activeren in een poging de schade te herstellen.

Vervolgens past het het metabolisme zich aan door in plaats van energie te vormen in de mitochondriën, wordt er energie opgewekt uit glucose om een alternatieve energiebron te hebben om het beschadigde metabolisme te vervangen. Dat is echter een veel minder efficiënte methode voor energieproductie dan oxidatieve fosforylering, waardoor slechts een fractie van de energie die normaal wordt gegenereerd door de mitochondriën wordt geproduceerd. Er is dus een veel grotere voorraad glucose nodig om aan de energiebehoefte te voldoen. Bovendien levert deze zogenaamde verbetering materiaal voor de productie van nucleïnezuren, waardoor een verhoogde celdeling plaatsvindt.

Mitochondriën zijn bovendien verantwoordelijk voor het reguleren van apoptose, het proces van geprogrammeerde celdood. Normaal gesproken de mitochondriën beschadigde cellen herstellen, of als dat niet meer mogelijk is, naar zelfvernietiging leiden, maar uiteindelijk, in een poging zichzelf te redden, schakelt de cel noodhulp in om weer gezond te kunnen functioneren. Normaal gesproken zou de noodhulp slechts tijdelijk moeten zijn, maar de kankercel wordt autonoom en in plaats van bij te dragen aan het welzijn van het lichaam, is hij alleen bezig met zijn eigen overleving ten koste van het lichaam.

DIEET INTERVENTIE

Hoe kan deze theorieën leiden tot nieuwe benaderingen? Een richting is via voeding. Aangezien kanker afhankelijk is van een grote aanvoer van glucose (suiker), is het logisch om te proberen die aanvoer te verminderen. Wat in de volksmond bekend staat als het ‘ketogene dieet’: door veel minder of geen koolhydraten in te nemen, gaat het metabolisme – bij gebrek aan koolhydraten, – vetten (en in mindere mate eiwitten), gebruiken als brandstof. Omdat ketonen echter in de mitochondriën worden gemetaboliseerd, kunnen kankercellen – met hun defecte mitochondriën –  daar geen gebruik van maken.

Uit onderzoek is bovendien gebleken dat verhoogde ketonen op zichzelf en zelfs zonder verlaagde glucosespiegels, een remmend effect hebben op de groei van kanker. Deze verbeterde resultaten zien we dan ook terug in allerlei wetenschappelijke studies, op zichzelf en in combinatie met conventionele behandelingen. In beide gevallen genas bijna 70 procent van de kankerpatienten, waarbij het grote voordeel van de natuurlijke aanpak is dat er geen bijwerkingen aan zitten. Dr. Seyfried pretendeert zelfs nog betere resultaten. Kijk daarvoor de bijgeleverde video.

Een ander, enorm voordeel van gezonde voeding als medicijn is dat je daarmee kanker zelfs kan voorkomen. Daarom zou het promoten van wat echt gezonde voeding is, veel ellende kunnen voorkomen: een natuurlijk, dus onbewerkt voedingspatroon, vooral bestaande uit groene en felgekleurde producten (groente en fruit), in combinatie met een actief, sociaal en stressloos leven in plaats van het algemeen geaccepteerde eetpatroon bestaande uit tienduizenden bewerkte, geraffineerde producten met toegevoegde suiker (en allerlei synthetische zoetstoffen), producten met geraffineerde tarwe en allerlei e-nummers die schadelijk zijn voor de gezondheid.

Daarmee beschermen we de kostbare mitochondriën en voorkomen we dat we massaal chronisch ziek worden. Jammer voor de farmaceutische industrie, maar fantastisch voor ons.